1Willy Tammel, Kwartierstaat Beerent Hendrik Bijvank & Nakomelingen Herman Bijvanck (E-mail 28-9-2002 & 29-9-2002), 29-9-2002.
2Willy Tammel, Kwartierstaat Beerent Hendrik Bijvank & Nakomelingen Herman Bijvanck, 29-9-2002, 23-11-1673.
3Willy Tammel, Kwartierstaat Beerent Hendrik Bijvank & Nakomelingen Herman Bijvanck, 29-9-2002, 23-11-1673.
4Willy Tammel, Kwartierstaat Beerent Hendrik Bijvank & Nakomelingen Herman Bijvanck, 29-9-2002.
1Willy Tammel, Kwartierstaat Beerent Hendrik Bijvank & Nakomelingen Herman Bijvanck (E-mail 28-9-2002 & 29-9-2002), 29-9-2002, 23-11-1673.
2Willy Tammel, Kwartierstaat Beerent Hendrik Bijvank & Nakomelingen Herman Bijvanck, 29-9-2002, 23-11-1673.
3Willy Tammel, Kwartierstaat Beerent Hendrik Bijvank & Nakomelingen Herman Bijvanck, 29-9-2002.
1J.W. Schaap, De heren van Ruinen en hun heerlijkheid (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 302, Abt--1310, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"De bisschoppen van Utrecht hadden in de hoge en late Middeleeuwen een sterke band met Drenthe. Tijdens het episcopaat van Herbert van Bierum (of wellicht: van Wierum, 1139 - 1150) stelde de bisschop zijn ene broer Lefferd aan tot prefect van Groningen en de omringende Noorddrentse gebieden en een andere broer Lodolf tot prefect van Coevorden met jurisdictie over de rest van Drenthe. De Coevordense prefecten en de groeiende stad Groningen stelden zich steeds onafhankelijker op tegenover de bisschoppen, met als gevolg eeuwenlange moeilijkheden en strijd.
Afzijdig van deze strijdgebieden bevond zich in het zuidwesten van Drenthe een heerlijkheid Ruinen. Deze heerlijkheid heeft zich in een veel rustiger bestaan kunnen verheugen."
Letterlijke citaten zijn grotendeels als annotatie overgenomen, wegens het familierelatie bewijs dat in de tekst beschreven staat.
1J.W. Schaap, De heren van Ruinen en hun heerlijkheid (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 302, Abt--1332, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"De bisschoppen van Utrecht hadden in de hoge en late Middeleeuwen een sterke band met Drenthe. Tijdens het episcopaat van Herbert van Bierum (of wellicht: van Wierum, 1139 - 1150) stelde de bisschop zijn ene broer Lefferd aan tot prefect van Groningen en de omringende Noorddrentse gebieden en een andere broer Lodolf tot prefect van Coevorden met jurisdictie over de rest van Drenthe. De Coevordense prefecten en de groeiende stad Groningen stelden zich steeds onafhankelijker op tegenover de bisschoppen, met als gevolg eeuwenlange moeilijkheden en strijd.
Afzijdig van deze strijdgebieden bevond zich in het zuidwesten van Drenthe een heerlijkheid Ruinen. Deze heerlijkheid heeft zich in een veel rustiger bestaan kunnen verheugen."
Letterlijke citaten zijn grotendeels als annotatie overgenomen, wegens het familierelatie bewijs dat in de tekst beschreven staat.
1J.W. Schaap, De heren van Ruinen en hun heerlijkheid (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 303 - 304, 20-5-1370, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"De bisschoppen van Utrecht hadden in de hoge en late Middeleeuwen een sterke band met Drenthe. Tijdens het episcopaat van Herbert van Bierum (of wellicht: van Wierum, 1139 - 1150) stelde de bisschop zijn ene broer Lefferd aan tot prefect van Groningen en de omringende Noorddrentse gebieden en een andere broer Lodolf tot prefect van Coevorden met jurisdictie over de rest van Drenthe. De Coevordense prefecten en de groeiende stad Groningen stelden zich steeds onafhankelijker op tegenover de bisschoppen, met als gevolg eeuwenlange moeilijkheden en strijd.
Afzijdig van deze strijdgebieden bevond zich in het zuidwesten van Drenthe een heerlijkheid Ruinen. Deze heerlijkheid heeft zich in een veel rustiger bestaan kunnen verheugen."
Letterlijke citaten zijn grotendeels als annotatie overgenomen, wegens het familierelatie bewijs dat in de tekst beschreven staat.
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 325, 22-8-1487, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.
"Adriaen Pet. Belliaerts verkoopt Tielman Wout Theeuws 1 Rg. 's jaers erfschijns uit land in de hoeven, die Pet.'s voorz. vader hem te heylick gegeven heeft."2Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 325.
"Adriaen Peter Belliaerts van 2 buynder, dat Peeter Rombouts was ende voortijts Claes Snellen was en dat voortijts Snellaerts sijns vaders was. Ende noch op omtrent een buynder erfs vuyt drie buynder daer Ghijs Schijff d'ander helft aff heeft, die Jenneken zijnder moeder, en daer te voren Thijs Huijbers de Laet waren."3Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 325, 22-3-1488.
"Adriaen Pet. Belliaerts verkoopt IJken, zijn suster 1 Rgl. 's jaers in 't Craenschot."4Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 323 - 324, 19-3-1512.
Zie zijn neef Jan Herbaren Belliaerts.5Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 325, 30-12-1527.
"Adriaen Peter Belliaerts en IJken, zijn suster, Petronella Peteren Belliaerts, hun suster, met Jan Neel Ruelen, haar man en voogd, Jan Cleijs Jan Rolofs en Anthonia en Cristina, zijn susters, met Lenaert Jan Thonissen, heurder beyder voogd, verkopen Jan Cornelis van Donghen alle goederen die Jan Herberen Beliaerts, hun neve en Jan, Anthonia en Cristina's halfbrueder na zijn doot volgens testament heeft nagelaten."
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 325, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 323, 25-12-1495, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.2Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 323 - 324, 8-1-1452.
"Peter Peter Baillierts vest Jan Pet Baillierts."3Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 325 - 326, 14-6-1454.
Zie bij zijn broer Jan Peters Beliaerts.4Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 323 - 324, 20-8-1465.
"Peter Pet Bailaerts gedaghe tot 11 buynder beemden geleghen tusschen Gerd Janszn. en Theeuws Wouts erve."5Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 327, 18-2-1488.
Zie Godert Jan Beliaerts.
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 323 - 324, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.2Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 325.
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 323 - 324, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.
Zie IJken Peter Belliaerts.
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 324, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.
"Herberen Peters Belliaerts kinderen op VII lopensaet, onbedeelt met Aert Peter Ghijssels ende Adriaen Heijn Peters Belliaerts, Heijn Oem, die Peter Belliaerts waren, geleghen in 't Craenschot, Jan Lambrechts op 't oostzijde en Heijn van der Legge op de westzijde tot Jan Neel Ruelens toe.
H VII vo:
Herbaren Peeter Belliaerts weeskynderen onbedeelt op de helft van 111 buynderen in de voort gelegen, die Herbaren van Enamichoven waren ende nae Peter Peters Belliaerts waren, gelegen tusschen Jacob van Ringelberghe erfg. ende Adriaen Heijn Oemen erve.
XXXIV vo:
Jan Godert Belliaerts zone ... ende noch op 1 buynder dat zijns vaders was van III buynder, die Jacob van Ringelberghe waren, gelegen in de voort, Herbert Peter Belliaerts kynderen opte noortzijde etc."
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 323 - 324, --1475, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 329 - 330, 29-5-1500, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.2Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 329 - 330, 18-6-1538.
3Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 329 - 330, 30-6-1540.
4Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 329 - 330, 18-3-1551.
1Mr. G. van Niekerken, Beljaerts (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1978, kol. 329 - 330, 29-5-1500, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Het geslacht Beljaerts te Terheiden, Breda, Oosterhout."
1978, kol. 313 t/m 337.2Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 329 - 330, 18-6-1538.
3Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 329 - 330, 30-6-1540.
4Mr. G. van Niekerken, Beljaerts, 1978, kol. 329 - 330, 18-3-1551.
1J.W. Schaap, De heren van Ruinen en hun heerlijkheid (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 279, Abt--1292, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"De bisschoppen van Utrecht hadden in de hoge en late Middeleeuwen een sterke band met Drenthe. Tijdens het episcopaat van Herbert van Bierum (of wellicht: van Wierum, 1139 - 1150) stelde de bisschop zijn ene broer Lefferd aan tot prefect van Groningen en de omringende Noorddrentse gebieden en een andere broer Lodolf tot prefect van Coevorden met jurisdictie over de rest van Drenthe. De Coevordense prefecten en de groeiende stad Groningen stelden zich steeds onafhankelijker op tegenover de bisschoppen, met als gevolg eeuwenlange moeilijkheden en strijd.
Afzijdig van deze strijdgebieden bevond zich in het zuidwesten van Drenthe een heerlijkheid Ruinen. Deze heerlijkheid heeft zich in een veel rustiger bestaan kunnen verheugen."
Letterlijke citaten zijn grotendeels als annotatie overgenomen, wegens het familierelatie bewijs dat in de tekst beschreven staat.
1J.W. Schaap, De heren van Ruinen en hun heerlijkheid (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 279, 15-5-1377, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"De bisschoppen van Utrecht hadden in de hoge en late Middeleeuwen een sterke band met Drenthe. Tijdens het episcopaat van Herbert van Bierum (of wellicht: van Wierum, 1139 - 1150) stelde de bisschop zijn ene broer Lefferd aan tot prefect van Groningen en de omringende Noorddrentse gebieden en een andere broer Lodolf tot prefect van Coevorden met jurisdictie over de rest van Drenthe. De Coevordense prefecten en de groeiende stad Groningen stelden zich steeds onafhankelijker op tegenover de bisschoppen, met als gevolg eeuwenlange moeilijkheden en strijd.
Afzijdig van deze strijdgebieden bevond zich in het zuidwesten van Drenthe een heerlijkheid Ruinen. Deze heerlijkheid heeft zich in een veel rustiger bestaan kunnen verheugen."
Letterlijke citaten zijn grotendeels als annotatie overgenomen, wegens het familierelatie bewijs dat in de tekst beschreven staat.
1Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 391, 11-6-1515, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Wie de lijsten van burgemeesters, schepenen en tienmannen der stad Breda, opgenomen in Van Goor, doorleest kan vaststellen dat, evenals in de meeste andere Nederlandse steden in de 16e en 17e eeuw, ook in Breda leden van vaak dezelfde families de regeringsfuncties bekleedden. ... Een daarvan is het geslacht Beens."
1981: kol. 387 t/m 405
Addenda:
1982: kol. 174 t/m 175, Dingmans Beens (1595 - 1639) alias 'Soect het hemels', R. Tempelaars
1982: kol. 363, Het geslacht Beens te Breda, Mr. J.L. Rijndorp.
Zie Gielis Cornelis Beens.2Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda, 1981, kol. 390, 20-12-1501.
Zie Cornelie Gielis Beens.3Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda, 1981, kol. 390, 8-1-1504.
Zie Cornelie Gielis Beens.4Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda, 1981, kol. 390, 22-5-1504.
Zie Gielis Cornelis Beens.5Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda, 1981, kol. 391, 15-5-1512.
Zie Anthonis Cornelis Beens.6Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda, 1981, kol. 391, 4-2-1517.
Zie Cornelis Cornelis Beens.
1Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 391, 11-6-1515, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"Wie de lijsten van burgemeesters, schepenen en tienmannen der stad Breda, opgenomen in Van Goor, doorleest kan vaststellen dat, evenals in de meeste andere Nederlandse steden in de 16e en 17e eeuw, ook in Breda leden van vaak dezelfde families de regeringsfuncties bekleedden. ... Een daarvan is het geslacht Beens."
1981: kol. 387 t/m 405
Addenda:
1982: kol. 174 t/m 175, Dingmans Beens (1595 - 1639) alias 'Soect het hemels', R. Tempelaars
1982: kol. 363, Het geslacht Beens te Breda, Mr. J.L. Rijndorp.
Zie Gielis Cornelis Beens.2Mr. G. van Niekerken, Het geslacht Beens te Breda, 1981, kol. 391, 4-2-1517.
Zie Cornelis Cornelis Beens.
1Trynke Hoekstra, Stamreeks van Aaltje Bijvank (Werkgroep Genealogie van het Puttens Historisch Genootschap.), Blad 1, --1823, Trynke Hoekstra.
Via Gemeente Putten, Postbus 400, 3880 AK Putten, (0341) 359611.
Genealogie Bijvank, Putten 28-11-2000.2Trynke Hoekstra, Stamreeks van Aaltje Bijvank, Blad 1, -4-1846.
1Trynke Hoekstra, Stamreeks van Aaltje Bijvank (Werkgroep Genealogie van het Puttens Historisch Genootschap.), Blad 1, 25-10-1816/1818, Trynke Hoekstra.
Via Gemeente Putten, Postbus 400, 3880 AK Putten, (0341) 359611.
Genealogie Bijvank, Putten 28-11-2000.
Niet duidelijk of zij geboren is op 25-10-1816 of in 1818. Dit kan duiden op een vroeg gestorven kind met dezelfde naam.2Trynke Hoekstra, Stamreeks van Aaltje Bijvank, Blad 1, -4-1846.
1d. C. H., Wentholt (Geadelde tak uitgestorven in 1879.) (Nederlands Adelsboek CD 1953), pagina 320, Centraal Bureau voor Genealogie, Postbus 11755, 2502 AT Den Haag, ISBN 90-5802-017-7.
"Wapen: Gevierendeeld: I en IV in goud een schuinrechts geplaatste blauwe bijl met zwarten steel; II en III in zilver een uitgerukte pijnboom van natuurlijke kleur. Een aanziend-gestelde zilveren traliehelm, rood gevoerd, goud omboord, met gouden tralies, om het halsgedeelte een gouden band, waaraan een gouden medaillon, met goud-blauwe wrong. Helmteeken: Een vlucht doorsneden beurtelings van blauw en goud, waartusschen verticaal geplaatst de bijl van het eerste en vierde kwartier. Helmkleeden: Rechts zwart en goud, links groen en zilver.".2Hans Homan Free, E-mail Hans Homan Free (13-10-2002), 13-10-2002, Hans Homan Free, http://www.homanfree.nl/.
te Zutphen.3H.H.R. en P.B.v.B., Wentholt, ten Behm Wentholt, Protestant, Zutphen. (Nederlands Patriciaat, Stamreeks), 1938, pag. 320, 16-10-1573, Centraal Bureau voor Genealogie, Postbus 11755, 2502 AT Den Haag, (070) 3150510.
"Wapen: Gevierendeeld: I en IV in goud een schuinrechts geplaatste, zwartgesteelde blauwe bijl; II en III in zilver een groene pijnboom op grasgrond. Helm met blauw-gouden wrong. Helmteken: tussen een beurtelings van blauw en goud doorsneden vlucht de bijl van het schild, paalsgewijs geplaatst. Dekkleden: rechts: goud en zwart, links: zilver en groen. Schildhouders: twee roodgetongde leeuwen van natuurlijke kleur."
CD-Rom gegevens, ISBN 90-5802-015-0
Jaargangen 1913, 1938.4Hans Homan Free, E-mail Hans Homan Free, 13-10-2002, Bef--1639.
1d. C. H., Wentholt (Geadelde tak uitgestorven in 1879.) (Nederlands Adelsboek CD 1953), pagina 320, Centraal Bureau voor Genealogie, Postbus 11755, 2502 AT Den Haag, ISBN 90-5802-017-7.
"Wapen: Gevierendeeld: I en IV in goud een schuinrechts geplaatste blauwe bijl met zwarten steel; II en III in zilver een uitgerukte pijnboom van natuurlijke kleur. Een aanziend-gestelde zilveren traliehelm, rood gevoerd, goud omboord, met gouden tralies, om het halsgedeelte een gouden band, waaraan een gouden medaillon, met goud-blauwe wrong. Helmteeken: Een vlucht doorsneden beurtelings van blauw en goud, waartusschen verticaal geplaatst de bijl van het eerste en vierde kwartier. Helmkleeden: Rechts zwart en goud, links groen en zilver.".
Als Wijntje Roeck.2H.H.R. en P.B.v.B., Wentholt, ten Behm Wentholt, Protestant, Zutphen. (Nederlands Patriciaat, Stamreeks), 1938, pag. 320, 15-5-1587, Centraal Bureau voor Genealogie, Postbus 11755, 2502 AT Den Haag, (070) 3150510.
"Wapen: Gevierendeeld: I en IV in goud een schuinrechts geplaatste, zwartgesteelde blauwe bijl; II en III in zilver een groene pijnboom op grasgrond. Helm met blauw-gouden wrong. Helmteken: tussen een beurtelings van blauw en goud doorsneden vlucht de bijl van het schild, paalsgewijs geplaatst. Dekkleden: rechts: goud en zwart, links: zilver en groen. Schildhouders: twee roodgetongde leeuwen van natuurlijke kleur."
CD-Rom gegevens, ISBN 90-5802-015-0
Jaargangen 1913, 1938.3Hans Homan Free, E-mail Hans Homan Free (13-10-2002), 13-10-2002, Hans Homan Free, http://www.homanfree.nl/.
1J.W. Schaap, De heren van Ruinen en hun heerlijkheid (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 293, 3-2-1320, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"De bisschoppen van Utrecht hadden in de hoge en late Middeleeuwen een sterke band met Drenthe. Tijdens het episcopaat van Herbert van Bierum (of wellicht: van Wierum, 1139 - 1150) stelde de bisschop zijn ene broer Lefferd aan tot prefect van Groningen en de omringende Noorddrentse gebieden en een andere broer Lodolf tot prefect van Coevorden met jurisdictie over de rest van Drenthe. De Coevordense prefecten en de groeiende stad Groningen stelden zich steeds onafhankelijker op tegenover de bisschoppen, met als gevolg eeuwenlange moeilijkheden en strijd.
Afzijdig van deze strijdgebieden bevond zich in het zuidwesten van Drenthe een heerlijkheid Ruinen. Deze heerlijkheid heeft zich in een veel rustiger bestaan kunnen verheugen."
Letterlijke citaten zijn grotendeels als annotatie overgenomen, wegens het familierelatie bewijs dat in de tekst beschreven staat.
1J.W. Schaap, De heren van Ruinen en hun heerlijkheid (Nederlandse Leeuw CD-Rom, ISBN 90-800382-8-8), 1981, kol. 292 - 293, Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, Postbus 85630, 2508 CH 's-Gravenhage.
"De bisschoppen van Utrecht hadden in de hoge en late Middeleeuwen een sterke band met Drenthe. Tijdens het episcopaat van Herbert van Bierum (of wellicht: van Wierum, 1139 - 1150) stelde de bisschop zijn ene broer Lefferd aan tot prefect van Groningen en de omringende Noorddrentse gebieden en een andere broer Lodolf tot prefect van Coevorden met jurisdictie over de rest van Drenthe. De Coevordense prefecten en de groeiende stad Groningen stelden zich steeds onafhankelijker op tegenover de bisschoppen, met als gevolg eeuwenlange moeilijkheden en strijd.
Afzijdig van deze strijdgebieden bevond zich in het zuidwesten van Drenthe een heerlijkheid Ruinen. Deze heerlijkheid heeft zich in een veel rustiger bestaan kunnen verheugen."
Letterlijke citaten zijn grotendeels als annotatie overgenomen, wegens het familierelatie bewijs dat in de tekst beschreven staat.